Het is woensdagnacht 04:00 uur en ik hoor geluiden in mijn huis. Er krast een sleutel over de deur. Iemand probeert de deur te openen, het lukt niet. Snel kruip ik onder mijn lakens, ik ben bang voor inbrekers. Ik hoor zware mannenstemmen in mijn huis dus ik ga nóg verder onder mijn lakens liggen. Herken je dat? KNAL. De voordeur valt dicht en de mannenstemmen verdwijnen. Snel kijk ik uit mijn raam. Er staat een politieauto én er komen twee politiemannen uit mijn huis. WHUT?
Als een held op sokken stap ik uit bed en ga ik kijken wat er is gebeurd. Ik open mijn deur en zie mijn huisgenoot bewusteloos liggen op de grond. Shock! Ik probeer haar wakker te maken, helaas geen succes. Mijn andere huisgenootje hoorde geluiden en komt me helpen. “Waar ben ik?” Ze ruikt naar de kroeg, naar bier. Zou ze in de stad zijn geweest? Ja, tuurlijk! Anders kom je niet om 04:00 uur thuis. Ach, ze is vast dronken denk ik, laten we haar in bed leggen. De volgende morgen wordt er meer duidelijk…
Mijn huisgenoot was niet dronken, ze was niet tot 04:00 uur in de stad; ze was gedrogeerd. Iemand had iets in haar drankje gedaan. De politie heeft haar gevonden, thuisgebracht en zijn weer gegaan. Mama zegt zo vaak tegen mij; “doe je voorzichtig? Let je op je drankje?” Jahaaa mam, denk ik dan. “Dat gebeurt mij echt niet hoor.” Maar deze keer kwam het zo dichtbij, dat ik in het vervolg nóg beter ga opletten en ik mijn drankje niet uit het oog verlies!