Dubbele moord, dubbele angst

Basisschoolherinneringen
Ik herinner mij nog goed hoe vrolijk Fleur altijd was. Zij was het zusje van mijn klasgenoot. Samen met hem speelde ik de hoofdrol in onze eindmusical in groep 8. Een jaar lang zag ik hem vijf dagen in de week. Hij koos een andere middelbare school dan ik. Zo raakten we elk contact met elkaar kwijt.

Maar toen ik gisteren de krant opensloeg, schrok ik me wezenloos. Ik zag het twaalfjarige jongetje voor me, dat ik kende. Blond haar, een perzikkleurige huid met een gigantische hoeveelheid lichte sproetjes rond zijn neus. Een gezicht dat eigenlijk altijd serieus stond, zelfs als hij lachte.

Hij was altijd een jongen van weinig woorden. Hij was liever het muurbloempje. Dat in tegenstelling tot zijn zusje. Zij praatte graag. Ik herinner me de vele dansvoorstellingen die Fleur en haar vriendinnen op school gaven nog goed. Ze was een vrolijk meisje. Positief.

13-12-2015
Ik wou dat ik niet over haar hoefde te praten in de verleden tijd. Een zestienjarig meisje. Dat vol in het leven staat, dat kerngezond is. Je vermoordt haar niet. En als ik dan de officiële woorden lees, ‘op gruwelijke wijze om het leven gebracht’, moet ik een brok wegslikken.

De moordenaar zag geen prachtige jonge vrouw, dansende tiener of vrolijke vriendin. Hij zag een lichaam en verminkte het op een gruwelijke manier. Ik kan mij geen voorstelling maken van dit drama. Toch doen mijn hersenen het. In mijn hoofd zie ik handen die zich proberen te verdedigen, hoor ik snikken en ruik ik de geur van pure angst.

Maar de moordenaar luisterde naar niemand dan zichzelf. Hij zou pas stoppen als hij er genoeg van had. Hij nam het levenloze lichaam van de grond en gooide het in de kruipruimte. Bij haar moeder. Hij sloot de ruimte en verdween. Geen grammetje spijt of medelijden met de mensen die hij van het leven had beroofd. Geen spoor van gevoelens voor de jongen die zijn moeder en zusje kwijt was, door zijn daad. Niets van dit alles. Anders kan ik het mij niet voorstellen.

Ik heb de dader misschien wel gezien. De kans is groot dat hij bij mij in de buurt woonde. Ik heb hem misschien wel gegroet, kinderpostzegels verkocht of brieven bezorgd. Maar nooit voelde ik mij onveilig in mijn buurt. Ik was in de waan dat niets mij pijn kon doen. Nu ben ik meer dan bang. Wie weet loopt deze man nog rond. Loopt hij naar mijn ouderlijk huis, vijf minuten lopen vanaf het huis van het gezin van Fleur. Doet hij mijn moeder of zusje deze dingen aan.

Wat houdt hem tegen om een volgend huis te pakken? Mijn gezin is bang en ik ben bang met ze. Nu is het pas echt dichtbij gekomen, nu ben ik pas écht bang.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.