Ik denk dus ik ben

De westerse filosofie is in het Oude Griekenland begonnen. Het woord filosofie komt van het oude Griekse woord ‘philosophia’. ‘Philo’ betekent ‘die houdt van’ en ‘sophia’ betekent wijsheid. Filosofen zijn mensen die houden van wijsheid. Filosofie is grote vragen stellen aan jezelf, om er daarna over na te denken. Filosofen kunnen zichzelf bijvoorbeeld afvragen wat de zin van het leven is, hoe de ideale samenleving eruit moet zien of wat het beste onderwijssysteem is.

Een bijzondere filosoof is de Fransman René Descartes (1596 – 1650). Descartes was naast filosoof ook wiskundige. Met de opkomst van de wetenschap waren oude geschriften van Aristoteles (filosoof uit het Oude Griekenland) niet meer bruikbaar. Aristoteles zei in zijn geschriften bijvoorbeeld dat hij overal een doel bij kon plaatsen. Een stoel had bijvoorbeeld het doel om op te zitten. Maar Descartes lukte dit niet. Hij kon niet overal een doel bij plaatsen. Hij had zijn hele leven in die geschriften geloofd, maar toen de wetenschap het tegendeel bewees besloot Descartes voortaan eerst overal aan te twijfelen. Hij deed een twijfelexperiment. Hij vroeg zich af wat je zeker kan weten. Hij besloot dat hij zijn zintuigen niet kon vertrouwen, want misschien was hij wel aan het dromen. Hij zei dat je niet kan bewijzen dat je niet aan het dromen bent. De wiskunde vertrouwde hij ook niet meer. Was 1+1 nog wel 2? Misschien was Descartes bezeten door een kwade demon die hem dit liet denken.

Descartes twijfelde aan alles. En hij wist maar één ding zeker en dat is dat hij twijfelde. Hij wist: als ik twijfel, dan besta ik. Ik denk, dus ik ben. Dit is in het Latijn de bekende zin: cogito ergo sum.

Descartes wist alleen nog maar zeker dat hij bestond. Dat lijkt mij verder een heel ongelukkig leven. Hij wist niet of hij lag te dromen, of misschien was hij wel bezeten door een kwade demon?! Gelukkig was er voor de Fransman een oplossing. Descartes kon zich namelijk wel een volmaakte God voorstellen. Hij wist dat hij zelf niet volmaakt was, want hij was niet alwetend. En iets onvolmaakts kon niet iets volmaakts bedenken. Dit kon alleen maar als God hem dat idee gegeven had. En als God dat gedaan had, bestond God ook. Doordat hij het bestaan van God bevestigd had wist Descartes ook dat hij niet bezeten was door een demon. Dit zou God namelijk nooit laten gebeuren. En omdat hij niet bezeten was hoefde hij ook niet meer te twijfelen aan wiskunde.

Descartes heeft gelukkig een manier gevonden om niet overal meer aan te hoeven twijfelen. Anders was hij misschien wel gek geworden. Nu vinden we zijn gedachtengoed tegenwoordig misschien absurd klinken, eigenlijk ben ik jaloers. Ik vind het knap dat hij niet alles voor lief nam en met een kritische blik naar de wereld om hem heen keek. Want waarom zijn de dingen zoals ze zijn? We mogen best vaker kanttekeningen plaatsen in plaats van alles klakkeloos over te nemen.

Meer filosofie?! Bekijk hier het filmpje van HUMAN over René Descartes. Op het kanaal van HUMAN staan trouwens nog veel meer leuke en interessante filmpjes over veel verschillende filosofen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.