Als iemand voor vertrek tegen mij zei: ‘Fijne vakantie!’, dat zei ik dat het helemaal geen vakantie zou worden, maar een reis. En dat is ook wel het perfecte woord. Vanaf dag één zijn we eigenlijk continu onderweg om maar zoveel mogelijk te zien (uiteindelijk dus vooral de binnenkant van de bus). Hoewel ik geen busje meer kan zien, moeten we er vandaag ook weer aan geloven.
Vandaag ontbijten we voor het eerst in het Beach Resort ‘Blue Bay’. Het is geen buffet zoals we in eerste instantie dachten, we moeten zelf alles bestellen. Dat gaat uiteraard op Indiaas tempo (men moest nog even brood halen voor de toast): uiteindelijk vertrekken we drie kwartier later dan gepland, op naar de vier waterpompen van vandaag. Maar, het lange wachten gaf ons wel mooi de kans om het strand even bij daglicht te verkennen.
De eerste die we tegenkomen en mogen openen, is degene die World=U Almere bij elkaar heeft gespaard. Het is geen ouderwetse waterpomp zoals de vorige vier, maar een ton waar 500L water in kan, en die twee keer per dag bijgevuld wordt door de regering. Hij werkt (hoe saai!) gewoon met kraantjes.
De volgende kranen, die ook of binnen onze groep geregeld zijn of door kennissen geregeld zijn maar die wij wel mogen openen, zijn ook dat soort pompen. In totaal verzorgen we vandaag voor ongeveer 3.500 mensen schoon, bruikbaar drinkwater. Het is bijzonder om de mensen te ontmoeten die de komende jaren, de rest van hun leven, van “jouw” pomp gebruik zullen maken.
Het is erg warm vandaag, de bewolking die we de afgelopen dagen veel hebben gezien, is nu verdwenen en de zon brandt als een malle. Misschien daarom krijgen we nu bij een paar pompen geen bloemenkransen, maar doeken die we kunnen gebruiken om ons af te schermen tegen de zon. Want het openen van een waterput duurt dan wel niet zo lang, maar in de brandende zon is het zeker weten geen pretje.
Na alle pompen, de hitte en het heen en weer geschud van het busje, is het tijd voor de ontzettend late lunch (en zoals later blijkt, een vermomd diner) in een soort overdekt winkelcentrum (a la Hoog Catharijne in Utrecht). Een deel van de groep belandt bij de Pizza Hut, anderen halen een broodje of gaan diehard voor het Indiase eten.
Maar de dag is nog niet voorbij. Volgende stop is bij het opvanghuis voor Aids weeskinderen, vlakbij het hotel waar we de eerste dagen zaten. We krijgen daar wat meer te horen over de achtergrond van het PACT(Project Aids through Care and Training) huis, de kinderen en hoe de buurt zo af en toe nog wel tegenstribbelt. Het zijn allemaal Dalit-kinderen die daar worden opgevangen, kinderen die dus al helemaal onder aan de samenleving staan. Als je dan ook nog eens Aids hebt, kun je het in India helemaal vergeten, terwijl je daar als kind natuurlijk helemaal niets aan kunt doen.
Als we bijgepraat zijn, doen de kinderen nog een dansje voor ons, en dan mogen we zelf ook nog even aan de bak. Zij doen een ander dansje voor en wij moeten meedoen. Tenslotte gaan we nog even rond met spulletjes (speelgoed en kleding) die we speciaal voor dit huis hadden bewaard. En dan is het hop, dat vervloekte busje weer in.
Zoals ik al eerder zei, het verkeer in India is chaos. Toch hebben we de hele week niet echt een incident gehad. Maar vanavond komt daar verandering in. Wat er precies gebeurt, weet ik niet, maar onze buschauffeur rijdt ineens een auto klem, om verhaal te halen over iets wat er daarvoor was gebeurd. Op het moment dat hij met gebalde vuisten op de andere auto afloopt, zet deze hem in zijn achteruit en gaat er vandoor. In de bus op dat moment hadden we nog iets anders aan ons hoofd: de buschauffeur is in zijn, eh, enthousiasme vergeten de bus op de handrem te zetten. Hij heeft ons echter op een hellinkje neergezet dus zonder dat hij iets doorheeft, rijden wij met redelijke vaart op een muur af. Iemand draait aan het stuur (niemand kon de rem vinden) waardoor we gelukkig op tijd weer recht langs de weg komen te staan. Op dat moment komt ook de chauffeur weer terug. Crisis afgewend, maar dat was echt wel even spannend.
We komen aan bij een hotel/pretpark in de buurt van onze slaapplek, en doen daar even een drankje en een mini-evaluatie. Het begint te flitsen in de lucht: er komt onweer aan. Ik ben al geen fan van onweer in Nederland, laat staan een tropische storm in India. Maar goed, weinig wat we er aan kunnen veranderen en nu blijft het voorlopig nog bij alleen de flitsen.
We worden door onze macho-chauffeur teruggebracht naar de huisjes. Een deel van de groep neemt nog even een snelle duik in het zwembad van het park. Op het moment dat de miezerregen begint en, naast de flitsen, ook door gerommel wordt vergezeld, gaan we allemaal terug naar het huisje voor onze laatste nacht in India.
De onweersbui klinkt uiteindelijk enger dan dat hij is, maar slaat nog wel een keer in ergens in de buurt van het huisje. Gelukkig niet in ons huisje in ieder geval, en we kunnen ook niet ontdekken waar precies.
Ik hoop dat het morgenochtend over is. De zon komt vanaf ons oogpunt precies in de zee op. Morgen gaat onze wekker vroeg om de rest van de groep uit te zwaaien, die 's ochtends al vroeg vliegen. Dan gaan we dus mooi nog even genieten van het uitzicht van de zonsopkomst, als het weer meezit. We zullen het zien!