Sorry is mijn stopwoordje. Sorry, dat ik struikelde. Sorry, dat ik je aanraakte. Sorry zeg ik altijd. Het is een makkelijk woord en floept er zo uit. Ook als er niks fout gaat zeg ik al sorry. Een overbodige sorry. Alsof het een reflex is.
Zeg jij ook vaak sorry? Sorry wanneer een pen op de grond valt, sorry als je iemand stoort, sorry als je naar de wc gaat. Allemaal onnodige sorry’s. Want, wees nou even eerlijk, als je terug in de tijd kon, zou je het dan anders doen? Nee! Je zou gewoon naar de wc gaan en iemand storen. En de pen die viel was niet expres, daar kan je weinig aan veranderen. Dat sorry zeggen is dus nergens voor nodig.
Veel mensen zeggen onnodig sorry. Daar is niks ergs aan, maar hierdoor verliest het woord zijn waarde. Sorry betekent dat je ergens spijt van hebt. Als je sorry zegt omdat je een pen laat vallen is dit niet geloofwaardig. Hoe vaker je onnodig sorry zegt, hoe minder waarde mensen aan jouw excuses hechten. Met een paar simpele tips zeg je makkelijk minder sorry. Zo krijgt het woord sorry meer waarde. Als je dan sorry zegt weet iemand dat je het echt meent. En dat is wel zo fijn!
- Houd eens bij hoe vaak je eigenlijk sorry zegt. Pak een papiertje en turf hoe vaak je sorry zegt op een dag. Vind je het lastig om dit zelf bij te houden, vraag dan of iemand anders dit wil doen.
- Tel bij elke sorry die je wil zeggen tot 3 en bedenk of het je spijt. Zo niet, zeg dan geen sorry.
- Probeer geen sorry te zeggen om de ander gerust te stellen.
- Zeg bedankt in plaats van sorry.
‘Bedankt, dat ik je even mocht storen’ in plaats van ‘Sorry, dat ik je stoorde.’