De middelbare scholen zijn al begonnen, en de eerste lessen op de universiteit beginnen ook al. Maar ik hoef dit jaar gelukkig niet bij de ochtendcolleges in de banken te zitten. Want terwijl iedereen begint aan de eerste lessen, heb ik mijn eerste stageweken erop zitten.
Hoe ik had verwacht dat het zou gaan?
Ik had op zich gedacht het zwaar zou worden: ik reis er 3 dagen per week het halve land voor door. Ik had ook verwacht dat het druk zou worden: er zijn nou eenmaal meer dingen die niet kunnen wachten. Maar terwijl ik mijn stage zelf heel leuk vind, valt het reizen me toch meer tegen dan ik had verwacht.
’s Ochtends om tien voor 7 (ja echt waar) zit ik in een van de rustigste treinen van die dag naar Utrecht, om vervolgens op Utrecht over te stappen op een van de drukste treinen van de spits… Het dringen bij de deuren, de hoop om toch nog een zitplaatsje te hebben, en anders het veel te lange staan. Je moet er wat voor over hebben om in het oosten van het land te komen hoor.
Waarom pak je de auto niet vraag je je misschien af, goeie vraag. Maar de ochtendspits rond Utrecht in de auto doorbrengen lijkt me eigenlijk nog vervelender, in de trein kan ik werken, lezen, muziek luisteren of een beetje voor me uitstaren. In de auto zou dat toch lastig worden.
Dus hoewel mijn reistijd de pan uit rijst, en ik de overvolle treinen zat begin te worden, stap ik morgenochtend toch lekker in de trein van tien voor 7, om m’n telefoon en m’n boek erbij te pakken, en tot Utrecht nergens aan te denken!